Wat verandert er in de zogenaamde gelijkgestelde periodes voor het recht op werkloosheidsuitkering?

Er verandert heel wat aan welke periodes al dan niet gelijkgesteld worden met ‘effectief gewerkte dagen’, zowel voor het openen van het recht op werkloosheidsuitkeringen, de duur van dat recht als op uitzonderingen en bedragen.

Concreet?

Veel periodes die vroeger gelijkgesteld waren met arbeidsdagen verdwijnen. Enkele voorbeelden van wat NIET meer telt: Carenzdag, dagen niet gewerkt wegens vorst (zonder TW), andere afwezigheden zonder loonbehoud, dagen gedekt door ziekte- en invaliditeitsuitkeringen, dagen gedekt door uitkeringen wegens arbeidsongevallen of beroepsziekten, dagen beroepsopleiding.

Voor het eerst in de geschiedenis van onze sociale zekerheid worden periodes van ziekte, arbeidsongevallen en beroepsziekten niet langer beschouwd als ‘effectief gewerkt’ (zogenaamde gelijkgestelde periodes).

Alleen nog een beperkt aantal dagen blijven WEL meetellen als gelijkgestelde dagen, zoals dagen wettelijke vakantie met vakantiegeld; feestdagen betaald door de werkgever; dagen met gewaarborgd loon; dagen tijdelijke werkloosheid; inhaalrust; staking of lock-out, enzovoort.

Je zal dus moeilijker het minimum aantal vereiste dagen halen om recht te openen, en je beroepsverleden zal lager uitvallen, wat gevolgen heeft voor:

  • het recht op verlenging (12 → 24 maanden);
  • het behoud van het recht als 55-plusser.

Geef een reactie