Hoewel vrouwen steeds meer aanwezig zijn op de arbeidsmarkt, bedraagt de loonkloof tussen mannen en vrouwen momenteel 20%. Door stijgende flexibilisering en de vermindering van beschermings- en controlemechanismen voor deeltijds werk lopen vrouwen een nóg groter risico op uitsluiting, ongelijke behandeling en discriminatie.
Deeltijds = dubbele straf
De basisvoorwaarde dat een deeltijds contract nooit minder mag zijn dan 1/3de van een voltijds contract wordt geschrapt. Dit maakt deeltijds werk nog onzekerder.
- 40% van de vrouwen werkt deeltijds tegenover 12% van de mannen.
- Meer dan de helft van de deeltijds werkende vrouwen doen dit niet uit eigen keuze maar omdat:
- ze de zorg opnemen voor de eigen kinderen of andere afhankelijke personen (25,8%),
- om andere familiale redenen (11,2%),
- omdat ze geen voltijds werk vinden of het werk wordt enkel deeltijds aangeboden (17,0%)[1].
- Vrouwen in gezinnen met jonge kinderen besteden 33 uur per week aan huishouden en zorg (“de tweede shift”).
Slechtere werkomstandigheden
De vereenvoudiging van de administratieve verplichtingen voor werkgevers in geval van deeltijds werk en de afschaffing van de verplichting om alle toepasbare uurroosters op te nemen in het arbeidsreglement indien de grenzen van de flexibiliteit daar duidelijk worden omschreven, zijn twee factoren die de controlemogelijkheden op respecteren arbeidsvoorwaarden deeltijdse werknemers ondermijnen.
Er zijn ook plannen voor “accordeonwerkuren” (annualisering). Een halftijds werkende verkoopster zou tijdens een rustige week 12 uur kunnen werken en de week erna 28 uur. Bedrijven zullen die uren over het jaar kunnen spreiden. Voor diegenen die verschillende deeltijdse jobs zouden kunnen combineren, zal dit zo goed als onmogelijk worden omdat de uurroosters minder voorspelbaar zullen zijn.
In de distributie en aanverwante sectoren begint nachtarbeid pas om 24 uur in plaats van om 20 uur, terwijl wetenschappelijk is aangetoond dat de impact op de gezondheid nefast is. De distributiesector is een overwegend vrouwelijke sector. Door deze aanpassingen verliezen ze nu of op termijn bovendien de bestaande compenserende premies terwijl nachtwerk gepaard gaat met extra kosten inzake transport en opvang. 11,5% van alle vrouwelijke werknemers in België werkt in ploegen.
Oneerlijke concurrentie
De uitbreiding van de goedkope studentenarbeid heeft ook een belangrijke impact op vrouwelijke sectoren, zoals de handel of de schoonmaak. Jobs of meeruren worden vaker ingenomen door studenten. Veralgemenen van flexi-jobs naar alle sectoren riskeert een grote impact te hebben in sectoren als de zorg, het onderwijs, de kinderopvang. Dit zal gevolgen hebben voor de kwaliteit van de zorg, het onderwijs en de opvang. Dit alles zal de toegang tot voltijdse tewerkstelling moeilijker maken.
Related Posts